Polenta maak ik zelden. Je moet namelijk een krap uur aan je fornuis vastgeklampt blijven, om te voorkomen dat de massa aan de bodem gaat plakken. Dat is best leuk, maar niet heel handig met twee kleine kinderen over de vloer.
Je kunt polenta zo stevig als aardappelpuree serveren en je kunt het ook helemaal laten opstijven, zodat je er punten van kan snijden.
Bereidingswijze
Stort het maisgriesmeel in een pan met dikke bodem. Doe het zout erbij, het water en de kruiden. Breng het aan de kook en roer goed met een houten lepel. In ongeveer drie kwartier tot een uur tijd
krijg je nu een dikke massa. Je blijft de hele tijd roeren, zodat het niet aanbakt.
Wanneer de polenta lekker zacht en romig is (geen harde stukjes), roer je er de kaas door en de boter. Proef even en breng nog verder op smaak met zout en peper.
Vet een bakvorm in met boter. Stort de polenta in de vorm en egaliseer de massa met de achterkant van een natgemaakte
lepel. Werk snel, want de polenta stijft snel op!
Druk de olijfjes erin en laat de polenta opstijven.
Schuif de bakvorm in de oven om de polenta op te warmen. Snij de polentataart dan in stukken en garneer de punten met paprikapoeder en een takje rozemarijn.Lekker met wat gegrilde groenten. In de winter bijvoorbeeld venkel en peen en in de zomer courgette, paprika en tomaat.