niet het klassieke gerecht uit Poolse keuken, maar eentje uit mijn keuken, dus enigszins aangepast aan de Nederlandse producten. Het is een best zware, volle gerecht, zeer geschikt voor de koude wintermaanden. De portie is heel groot, maar het is nu eenmaal de bedoeling dat je bigos de volgende dag opwarmt (of nog een dag erna) of invriest en later opeet. Daar wordt de smaak alleen beter van.
Bereidingswijze
De spek en droge worst in stukjes snijden, aanbraden tot ze hun vet loslaten. De ui, wortel, bleekselderij en paprika aan toevoegen en zachtjes aanbakken tot de ui glazig is en de groente slinkt.
De zuurkool uitknijpen, en als het erg zuur is ook licht afspoelen. De eekhoorntjesbrood en shiitake wellen in een flinke kop heet water.
Kies een ruime pot, liefst een ouderwetse stoofpot of een gietijzeren pan. Eerst de platte rib in de pan doen, daarop de zuurkool en verse kool. Daarboven de paddestoelen samen met de weekwater, dan de verse worsten (sausijzen), daarop de gebakken groente-spek mengsel. Daarboven weer de kruiden, tomaten, samen met de sap en eventueel nog een kop water. De pot goed dicht doen en een halfuur op een heel zacht vuurtje laten stoven. Daarna goed door elkaar heen roeren en nog 45 minuten tot een uur op een zacht vuur laten pruttelen. Bij de laatste roerbuurt kunnen de ribben er uitgehaald worden en de verse worst in stukken gesneden. Dit is ook het moment om de gerookte worst of knakworstjes toe te voegen, ik heb het niet gedaan, voor mijn gevoel is er meer dan genoeg vlees in het gerecht.
Het liefst de tijd nemen om het gerecht een paar uur te laten staan of liever overnacht, daarna weer opwarmen. Serveren met gekookte aardappels of zuurdezem brood. Eet smakelijk!