Het lijkt veel moeite, zo'n tortilla zelf maken, als je een pakje open kan trekken, ze opwarmen en klaar. Toch is het de moeite waard, want het gaat sneller dan je zou denken en vers smaken ze toch aanzienlijk lekkerder.
Oorspronkelijk wordt er in de tortilla's reuzel gebruikt. Ik ben erachter dat het dus niet zo makkelijk is om reuzel te vinden in de supermarkt, blijkbaar eten we tegenwoordig alleen nog plantaardige margarines (gelukkig is de roomboter nog niet van de schappen verdwenen). Dat is wel zo jammer, want er is niet veel mis met de ouderwetse reuzel. In ieder geval, mocht je het niet kunnen vinden, gebruik gerust wat van het nieuwerwetse en hippe kokosvet. Hij doet het prima, net als ik, al lijk ik op deze manier een oude ontevreden dame.
Bereidingswijze
Meng de bloem met de zout en bakpoeder. Voeg het vet toe en wrijf het met je vingers in de bloem. Dan de water toevoegen (liever iets minder om mee te beginnen) en een soepel, zacht deeg van kneden, eventueel nog een lepeltje water of wat bloem toevoegen, mocht het te stug of te plakkerig zijn. Verdelen in 8 gelijke delen en even laten rusten (afgedekt met een doek, anders droogt het op). Elk stukje dun uitrollen, een mm of 3. Nu kun je je best doen en het helemaal rond en mooi proberen te krijgen, of gewoon makkelijk, zoals het gaat. Het mag toch gezien worden, dat het niet uit een pakje komt, niet? De uitgerolde tortilla's niet stapelen, er is dan beste kans dat ze aan elkaar plakken.
Bak de tortilla's in een droge pan op een redelijk heet vuur, zo'n 30 seconden per kant. Stapel ze op elkaar en houd ze goed afgedekt, ze hebben de warmte en stoom nodig om zacht en soepel te blijven.