Dit australische of nieuw-zeelandse dessert (men is nog altijd er niet over uit waar het vandaan komt) behoeft weinig voorwoord. Het maken van meringue kost wat tijd, maar verder is het een heel simpel te bereiden nagerecht met een grote wow-factor.
Bereidingswijze
Begin met de meringue, het liefst de avond voor de dag dat het gerecht geserveerd zal worden. In een schone kom (mag absoluut geen spoortje vet bevatten) de eiwitten opkloppen tot ze licht schuimig zijn. Daarna steeds een lepel kristalsuiker toevoegen en blijven kloppen. Ik heb het wel eens met de hand gedaan, maar natuurlijk is het het makkelijk om een mixer te gebruiken. In de laatste beetje suiker de maizena toevoegen en op het eind de azijn erdoorheen kloppen. De massa moet erg stevig en glanzend zijn.
Op een bakpapier een rondje van ong. 20 cm tekenen en de meringue met een lepel in het cirkel verspreiden zodat er een flinke kuil in het midden ontstaat en de zijkanten mooi hoog zijn. Bakken op 140 C 1,5 uur, daarna de oven uitzetten en het gebak in de warme oven laten staan, zo droogt het mooi op.
Net voor het serveren de goed gekoelde slagroom met de poedersuiker opkloppen tot zachte pieken. Het fruit in stukjes snijden, traditioneel gebruikt men kiwi's en aardbeien, ik ga altijd voor een mengsel, dit keer mango, sinaasappelfiletjes en aardbeien. Daarnaast maak ik wel vaker een puree van frambozen, dit smaakt ook heel lekker als je perziken of nectarines gebruikt. Slagroom in het kuiltje van meringue gieten, daarboven het fruit schikken. Eventueel bedruppelen met frambozenpuree en direct serveren. Eet smakelijk!