Panna cotta (letterlijk: gekookte room) is een heel makkelijk dessert om te maken. Met een frambozencoulis kan je het bord mooi opmaken. Maar het gaat natuurlijk vooral om de smaak en die is door de combinatie van de zoete panna cotta met de zurige frambozen echt fantastisch! Buon appetito!
Bereidingswijze
Laat de gelatine zo’n 10 minuten weken in een bakje met koud water.
Snijd het vanillestokje in de lengte open.
Giet de slagroom in een steelpannetje, doe daar het vanillestokje en de suiker bij. Verwarm de room op een laag vuur, maar laat het niet koken. Roer af en toe door totdat de suiker is opgelost.
Knijp de gelatineblaadjes uit en roer deze door het roommengsel tot ze opgelost zijn. Haal het pannetje van het vuur en verdeel het mengsel over vier vormpjes of glazen. Laat even afkoelen, dek de vormpjes af met plastic folie en laat ze daarna minimaal 5 uur opstijven in de koelkast.
De coulis kun je maken net voor je de panna cotta gaat serveren.
Pureer de frambozen met de poedersuiker met een blender of staafmixer, op een aantal na die je bewaart voor de garnering. Haal de frambozenpuree door een zeef zodat de pitjes in de zeef achterbijven. Schenk de coulis over de panna cotta en wat op het bord. Maak af met de losse frambozen.
TIP: je kan in plaats van frambozen ook ander fruit gebruiken zoals aardbeien of bramen.