Gepocheerde eieren in een volle rodewijnsaus met sjalotjes en spek. Een wat bewerkelijke gerecht voor ontbijt, maar wel heel feestelijk en speciaal voor een uitgebreide ochtendmaaltijd.
Bereidingswijze
Begin met de saus: sjalotten schillen en fijn snipperen, knoflookteen schillen en fijnmaken, de spek snijden in kleine blokjes. Alledrie aanbraden in roomboter, afblussen met wijn, tijm toevoegen en op een zacht vuurtje laten inkoken.
Eieren pocheren: in een ruime pan voldoende water met wijnazijn aan de kook brengen, wit of rood maakt niet veel uit, het is echter zo dat van rodewijazijn de eiren iets verkleuren. Als het water zachtjes kookt, het roeren en eieren een voor een voorzichtig breken in het water. De eidooier moet heel blijven, dus als je wat onzeker bent, kun je de eieren eerst in een kopje breken en dan voorzichtig in het water laten vallen. Op een zachte vuur laten pocheren totdat de ei gaar is: de eiwit moet gestold zijn, eidooier nog altijd erg zacht. Heel voorzichtig de eieren uit de pan halen met een brede schuimspaan en laten uitlekken op een schone theedoek. Als je het voor het eerst doet, gaat er wel eens wat mis, maar eenmaal geoefend is het "een eitje".
De saus op smaak brengen met zout en peper (de spek is al zout, dus waarschijnlijk is er weinig of geen zout nodig). Op elk bord een plakje geroosterd brood leggen, daarop een warme gepocheerde ei, daarop een royaale lepel wijnsaus. Grneren met een paar verse tijmblaadjes. Eet smakelijk!