Bruschetta zou ik elke dag wel kunnen eten. Heerlijk is dat met olijfolie doorweekte, maar knapperige brood met knoflook en knisperend grof zout. Om zo te eten zijn ze al geweldig, maar met wat lekkers erop zijn ze ook erg aangenaam.
Wat dacht je van gegrilde groene asperges? Je kunt ze krijgen van april tot (en met) juni. Echt lekkere bruschetta maak je met stevig zuurdesembrood, te koop bij de betere bakker of biowinkel. Sommige supermarkten hebben ook stevig 'boerenbrood', dat is dan wel gistbrood, maar is ook prima om bruschetta mee te maken. Laat je niet misleiden door de horeca-bruschetta: vaak zijn die gemaakt van gewoon stokbrood en dan heten ze eigenlijk crostini.
Bereidingswijze
Begin met het brood. Besprenkel de stukken brood royaal aan twee kanten met lekkere olijfolie. Gril ze stuk voor stuk tot ze knapperig en mooi bruin zijn. Laat ze afkoelen en schraap een gepelde teen knoflook over het brood. Het brood is als het ware een rasp voor de knoflook. Strooi er wat zout over.
Snijd de paprika in grote stukken en stoof ze in een scheut olijfolie in een pan met dikke bodem, tot ze zacht zijn.
Was de asperges heel goed, want in de toppen zit veel zand. Droog ze daarna en gril ze in een of meerdere delen tot ze iets zachter, maar nog wel knapperig zijn.
Snijd de bruschetta doormidden. Verdeel de paprika en mozzarella over de stukken bruschetta. Leg er de asperges op. Giet er nog een straaltje olijfolie op en maal er zwarte peper uit de molen over.
Als je handig plant, kun je de asperges en paprika warm op de bruschetta serveren, maar koud is net zo lekker.