De room en melk samen aan de kook brengen. In de tussentijd de eidooiers met de suikers en zout opkloppen tot dikke schuim. Als de melk en room koken, ze van het vuur halen en al kloppende een flinke scheut in de dooiersschuim gieten. Daarna de schuim teruggieten in de hete melk, natuurlijk al roerende. Het geheel voorzichtig verwarmen totdat het dikker is, absoluut niet laten koken, dan schift het! Dit is dus een best verantwoordelijk moment, het luistert heel nauw, de massa moet helemaal glad en egaal blijven. 

Van het vuur halen en laten afkoelen tot kamertemperatuur. Daarna afdekken en het liefst een nacht in de koelkast laten rijpen, dit komt ten goede aan de smaak van het ijs.

Op de dag dat het ijs gemaakt moet worden de aardbeien wassen, kroontjes verwijderen en ze fijnmaken in een blender tot puree. Meestal haal ik de puree door een zeef om zo de zaadjes te verwijderen, maar op zich is het niet echt nodig. 

Meestal voeg ik wel een beetje citroensap toe, aardbeien zijn van zichzelf behoorlijk zoet en kunnen het goed gebruiken. Het is ook een goed idee om iets meer puree te maken en de rest ipv siroop op het ijs zelf te serveren. De puree door de gerijpte ijsmassa mengen.

Daarna invriezen volgens de ijsmachine instructies.
Serveren met verse aardbeien en siroop.