Fruit de ui in olijfolie en rooster in een apart pannetje de
pijnboompitten.

De buitenkant van de venkelknol is altijd enigzins beduimeld en is door vele handen gegaan. Maar omdat zo’n buitenste lok ook zo’n beetje een kwart van de hele knol is, haal ik altijd met de dunschiller het bovenste laagje eraf. Als je daarna de venkel in de lengte halveert zie je precies de kern zitten die je eruit wilt halen. Dit is goed te doen met een aardappelschilmesje. Hak de knol nu in stukken en gooi ‘m bij de ui. Bak even mee en blus de venkel en ui af met de wijn.

Laat dit enkele minuten pruttelen, giet de bouillon erbij en laat het
dan een kwartiertje met rust met de deksel op de pan.

Kook de pappardelle gaar.

Schep de venkel uit de pan en pureer het met de helft van de crème fraîche in de blender of met de staafmixer tot een gladde saus. Giet de saus terug in de pan op laag vuur en roer er de rest van de crème fraîche en ook de kaas door. 

Schep de gare pappardelle erdoor en drapeer op de borden. Schep de hoopjes tomaat erop, strooi er nog wat kaas over en als laatste de pijnboompitten.

Tip
Zelfgemaakte pasta is absoluut het lekkerste, maar natuurlijk kost dat wel even wat tijd en je kunt ook prima pasta kopen in de supermarkt.
 Als je zelf pasta wil maken, neem je 50g bloem, 50g superfijn griesmeel (harde tarwegries), 1 ei en een snufje zout. Kneed dat door elkaar en als het nog te droog is giet je er hele kleine beetjes olijfolie en wat druppels water bij om een soepel deeg te krijgen dat niet plakt. Kneed het deeg stevig door en haal het daarna door de pastamachine tot de gewenste dikte.