De gist verkruimelen in een kommetje en in handwarme melk met een snufje suiker oplossen. Laten rijzen, minuut of 30.
De saffraandraadjes laten wellen in 2 eetlepels heet water.

De bloem, resterende suiker, zout en kruiden mengen met blokjes koude roomboter. Ik wrijf ze tussen mijn vingers tot er losse lichte kruimels ontstaan. Dan de gedroogde vruchten en sukade toevoegen. Als het om gedroogde vruchten gaat, kun je naar je eigen wens kiezen: rozijnen of krenten, gedroogde abrikozen, appels, peren, pruimen, etc. Aan dit mengsel de saffraan, samen met water en de gerezen gist met melk toevoegen en zacht, soepel deeg van kneden. Dit deeg profiteert ervan om lang en goed gekneed te worden met de hand, tot het helemaal elastisch en glad is. 

De kom met het deeg met een schone doek afdekken en op een warm plekje laten rijzen tot het verdubbelt. Omdat het deeg erg rijk aan boter is, zal het minstens 2 tot wel 3,5 uur duren. Het deeg daarna weer licht kneden, vormen (strak oprollen zodat het het vorm past, de naad onderaan) en in een beboterd broodblik doen. Weer 1 tot 2 uur laten rijzen.

Als het brood bijna gerezen is, de oven op 190C voorverwarmen. Het brood 50-60 minuten bakken totdat het hol klinkt als je op de bodem klopt.

Zodra het brood gaar is, het uit de vorm halen, op een rooster zetten om af te koelen. Terwijl het nog warm is, kan het bestreken worden met een glazuur van 1 eetlepel melk met daarin opgelost 1 eetlepel suiker. Dit zorgt voor een glanzend korstje. 

Serveren met verse roomboter, evt wat honing en zeker een goede kop hete thee.