Verwarm de melk met de boter in een klein pannetje totdat de boter gesmolten is. Neem de pan van het vuur, voeg het vanille extract toe en laat dit mengsel even afkoelen.

Als de melk lauw is, kluts je de eieren er door.

Meng bloem, gist, suiker, kaneel en zout in een grote kom. Voeg het melk-ei mengsel aan de droge ingrediënten toe en roer dit goed door met een met houten lepel.

Bestuif je handen met bloem en kneed het deeg terwijl het nog in de kom zit. Het deeg voelt heel plakkerig dus zorg ervoor dat je handen goed met bloem bestoven blijven!

Bestuif je werkvlak met bloem en leg het deeg erop. Kneed het een minuut of vijf. Als het deeg te plakkerig is, voeg je iets meer bloem toe. Het deeg moet zacht en elastisch voelen. Niet te droog, maar ook niet te vochtig!

Vorm het deeg tot een bal.

Spoel je kom goed af, eerst met koud water en dan met heet water, droog hem met een theedoek en bestuif zowel de kom als je deegbal met een beetje bloem. 

Doe het deeg in de kom, draai het één keer om, dek de kom af met plasticfolie en daarna ook met een theedoek.

Zet de kom op een warme plek. Als het zonnig is, is dat bij het raam (op een kussentje) en zo niet, vlak naast de verwarming (ook op een kussentje). Deeg moet met liefde behandeld worden!
Laat het deeg één uur rijzen.

Sla het deeg terug en kneed het één minuut door op je met bloem bestoven werkblad.

Rol het tot een rechthoek van ongeveer 27 x 45 cm. Het moet ongeveer 1 cm dik zijn.

Smeer de Nutella gelijkmatig over het deeg (maar laat een klein randje vrij). Dit is niet het makkelijkste karweitje, maar met een beetje geduld lukt het heus wel! Gebruik een spatel, maar ook je vingers!

Strooi de gehakte noten op het laagje Nutella. Rol het deeg op (vanaf de lange kant) tot een soort lange, dikke sigaar. Snij deze in stukken van ongeveer 4 cm. Leg een stuk bakpapier in een rechthoekige bakvorm van ongeveer 34 x 24 cm (5,5 cm hoog).

Om dit makkelijker te maken, smeer ik altijd een beetje boter langs de randjes, hoekjes en midden van de bakvorm. Zo blijft het papier mooi op zijn plaats. Zorg er wel voor dat het papier iets groter is dan de bakvorm zodat het iets over de rand hangt.
  Leg de rolletjes op de bakplaat met een tussenruimte van ongeveer ½ cm. Dek de bakvorm af, eerst met plasticfolie en daarna met de theedoek. Laat de broodjes op een warme plaats nog een half uurtje rijzen.

Verwarm de oven op 200°C voor.

Kluts het ei samen met de melk en borstel dit mengsel over de broodjes. Zo krijgen ze een mooi kleurtje.  Zet ze dan 30 minuten in de oven. Kijk halverwege te baktijd om te controleren of ze niet te bruin worden. Als dit het geval is, dek de bakvorm af met een stuk aluminiumfolie.

Haal de broodjes uit de oven, verwijder ze uit de bakvorm door ze met het bakpapier naar boven te trekken. Plaats de broodjes (met het bakpapier) op een rooster en laat ze ietsjes afkoelen.


Maak het glazuur door de poedersuiker en de Tia Maria tot een dun papje te roeren. Druppel het glazuur over de broodjes.

Probeer ze niet allemaal in een keer op te eten!