Dikke, vullende maaltijdsoep van erwten en vlees. Wat snert anders maakt dan de rest van de erwtensoepen is dat er geen aardappels in gebruikt worden en dat het zo dik moet zijn, dat een lepel in de pan rechtop moet kunnen blijven staan.
Ingrediƫnten
Voor 10 personen
500g krabbetjes of speklapjes
1 varkenspootje, het liefst gerookt
200g gerookte spek
400g rookworst
200g Friese droge worst
1 kg groene spliterwten
1 winterpeen
1 kleine knolselderij
1 prei
2,5 l water
0,5 l melk
1 eetlepel boter of olie
peterselie, zout en peper
Recept
Allereerst alle vlees behalve de rookworst samen met afgespoelde spliterwten met de water bedekken en aan de kook brengen. Eventueel schuim eraf halen en 1 tot anderhalf uur zachtjes laten pruttelen, wel af en toe roeren zodat de erwten niet aan de bodem blijven plakken.
In de tussentijd de winterpeen en knolselderij schillen en in kleine dobbelsteentjes snijden. Prei goed wassen en in stukjes snijden. De groente zachtjes aanbraden in boter of olie.
Als de erwten bijna gaar zijn (zacht, maar nog net geen puree), alle vlees uit de pan halen, eventueel los maken van de botten en in stukjes snijden. Terug doen in de pan, samen met de groente en een halve liter melk. Het varkenspootje gebruik ik persoonlijk verder niet, het heeft voor rijke en dikke bouillon gezorgd, er zit amper vlees op, het is meestaal pees, huid en vet.
Nu is het belangrijk om bij de soep te blijven, naarmate het verder gaart, worden de erwten erg zacht en kunnen ze naar de bodem zakken en aanbranden. Op het laatste moment de rookworst gesneden in munten toevoegen en gesnipperde peterselie en groen van de selderij. Nog een beetje versgemalen peper en desnoods zout toevoegen en de soep heet serveren met roggebrood, mosterd en gerookte spek.
De soep smaakt nog beter de volgende dag en kan zonder enige kwaliteitsverlies ingevroren worden. Eet smakelijk!