De basis van dit recept komt uit ‘The River Café’- Klassiek Italiaans kookboek’ van Rose Gray en Ruth Rogers. Omdat de hoeveelheden nogal groot waren (zoals 1 kilo bloem, 500 gram suiker) heb ik de hoeveelheden en verhoudingen her en der aangepast, om er een bescheiden vlaaivorm van 24 centimeter doorsnede mee te vullen. Hieruit haal je gemakkelijk zes taartpunten. Het deeg van de taart is cakeachtig en tussen twee cakelagen zit een heerlijke roomvulling van onder andere ricotta, vanille en citroen. Buon appetito!
Ingrediënten
Voor 6 personen
voor het deeg:
125 gram
kristalsuiker
2 eieren (L) en 1 extra ei om de taart mee te
bestrijken
125 g zachte boter
300 gram bloem
snufje zout
½ zakje bakpoeder (à 7
gram)
citroenrasp van 1 citroen
2 el pijnboompitten
1 el suiker voor over de taart
een beetje poedersuiker
voor de roomvulling:
50 ml
melk
citroenrasp en sap van ½ citroen
1 vanillestokje, in de
lengte gespleten
75 gram kristalsuiker
1 ei (L)
1 el
bloem
125 gram ricotta (½ bakje), losgeklopt met een vork
Recept
Klop voor het deeg de suiker en 2 eieren door elkaar. Meng lepel voor lepel de zachte boter erdoor, gevolgd door de bloem met een snufje zout, het bakpoeder en de citroenrasp. Meng alles snel, dek het af met plastic folie en zet het 30 minuten in de koelkast.
Breng voor de vulling in een pan met dikke bodem de melk met de citroenschil en het vanillestokje tegen de kook aan. Schraap het merg uit het vanillestokje en gooi het stokje weg.
Meng in een kom de suiker met de bloem. Klop het ei erdoor, schenk dit mengsel bij de melk en verwarm alles roerend op laag vuur tot je een dikke crème hebt (zo dik als vla); dat duurt zo’n 5 minuten. Gebruik hierbij een garde en roer geregeld over de bodem zodat de bloem niet aankoekt. Het is belangrijk dat je de crème verwarmt tot de smaak van de bloem is verdwenen, maar wees voorzichtig: als je het mengsel te snel laat koken, zal de crème schiften. Schenk de crème in een kom en laat hem afkoelen. Roer de ricotta en de citroensap door de afgekoelde vla.
Verwarm de oven voor tot 180 °C, beboter een ondiepe taartvorm/ vlaaivorm van 24 cm in doorsnee en bestuif hem met bloem. Rol 2/3 van het deeg uit op een met bloem bestoven werkvlak tot een ronde lap wat groter dan de diameter van de vorm. Leg de deeglap in de vorm en zorg dat hij iets over de vorm heen hangt. Druk hem een beetje aan tegen de zijkant.
Schep er de roomvulling op en verspreid de room over de bodem met de achterkant van een lepel. Rol het tweede portie deeg uit. Zorg dat hij ook net iets groter is dan de diameter van de vorm. Leg de lap voorzichtig over de vorm, en rol er met een deegroller over de bovenkant van de vorm, zodat je het overtollige deeg eraf ‘snijdt’.
* Als je in plaats van een lage taart- of vlaaivorm een springvorm gebruikt (met een hogere zijkant dan een vlaaivorm), bedek dan eerst met de helft van het deeg de bodem, verspreid de roomvulling tot 1 cm van de rand en druk de tweede deeglap die je eroverheen legt aan langs de rand met je vingers tot op de bodem van de taart.*
Klop in een kommetje het resterende ei los en bestrijk daarmee de bovenkant van de taart. Bestrooi hem licht met 1 eetlepel kristalsuiker en strooi de pijnboompitten erover. Zet de taart 40 minuten in de voorverwarmde oven.