Goed gevulde, sappige warme broodjes. Lekker met een salade, soep of gewoon zo uit het vuistje. Ze doen het ook goed in een kleinere formaat als een hapje/voorgerecht (dan zal de baktijd aanzienlijk korter worden). Het lekkerst smaken ze warm.
Ingrediƫnten
Voor 8 stuks
Voor het deeg
250g bloem
1/2 theelepel zout
1 theelepel droge gist
1 theelepel suiker
2 eetlepels olie
Voor de vulling
300g gemengd gehakt
1/2 theelepel zout
2 eetlepels gehakte kruiden (peterselie, tijm, bieslook, etc)
2 eetlepels paneermeel
1 ei
1 theelepel scherpe mosterd
1 sjalot
1 teen knoflook
1 eetlepel olie
2-3 eetlepels bloem, om in te wentelen
Om af te maken:
1 ei
30g geraspte gouda of een paar lepels maanzaad
Recept
Voor het deeg de gist, suiker en zout in het handwarme water oplossen. De olie toevoegen, daarna de bloem en kneden tot er een zacht, glad en soepel deeg ontstaat. Afdekken met een schone doek en 45 min laten rijzen.
In de tussentijd de knoflook en sjalot pellen, heel fijn snipperen en glazig bakken in een eetlepel olie. Even laten afkoelen en mengen met de rest van de ingredienten voor de vulling (behalve bloem). Uit dit mengsel 8 worstjes vormen, elk 10 cm lang. De worstjes in de bloem wentelen.
Het gerezen deeg weer kort kneden en uitrollen tot een lange rechthoek, met de korte kant van 10 cm. Natuurlijk moet het aanrecht dan licht bestoven worden met de bloem zodat het deeg niet blijft plakken. De dikte moet ong. 3-4 mm zijn. Het deeg in 8 gelijke stukken delen. Op elk stukje een worst leggen en oprollen zodat het deeg om het worstje heen sluit. Eventueel een klein beetje water gebruiken om het deeg goed te laten plakken.
De worstjes op een bakplaat leggen (bakpapier gebruiken of eventueel met boter besmeren) met de naad aan de onderkant, bestrijken met een geklutst ei en bestrooien met wat kaas of maanzaad. Bakken op 200C, 20 minuten. Het liefst warm opeten!