Voor het deeg de bloem, water, zout en bakpoeder mengen en goed kneden tot soepel, zacht en glad deeg. Afdekken met een schone theedoek en een half uur laten rusten. 

In de tussentijd de vulling bereiden: de kikkererwten in foodprocessor fijnmalen met de knoflook, komijn  en een paar eetlepels water. De pasta hoort heel dik te zijn, absoluut niet te dun of waterig.

Van het deeg een stukje afsnijden ter grootte van een mandarijn. Een kuiltje in maken en een theelepel vulling erin vouwen. Daarna voorzichtig met een deegroller het broodje vrij dun uitrollen of anders voorzichtig met de handen pletten. Mij gaat het laatste makkelijker af. De rauwe broodjes absoluut niet stapelen, ze plakken!

Bakken op matig vuur in een goed voorverwarmde droge koekenpan, na een minuut of 2 keren en de volgende kant bakken. Als het broodje klaar is, het met een beetje olie bestrijken. De gare broodjes stapelen en warm houden onder een laag aluminium folie. Dat laatste zorgt er ook voor dat ze door de stoom zacht worden. 

Eet smakelijk!